In het licht van de beoogde bouwshift achten de meerderheidspartijen het wenselijk om een nieuwe regeling te introduceren voor de woonreservegebieden. Door middel van een decretale ingreep wordt een ‘stolp’ gezet over de nog niet ontwikkelde woonreservegebieden. Enkel de gemeenteraad kan met een ‘vrijgavebesluit’ deze ‘stolp’ geheel of gedeeltelijk opheffen door middel van een gemotiveerde beslissing en na inspraak van de bevolking. De bestaande instrumenten via vergunningsspoor (priak, groepswoningbouw en globale verkaveling) worden decretaal geschrapt.
Daarmee komt het Vlaams Parlement tegemoet aan de vraag van vele steden en gemeenten, die op dit moment weinig instrumenten in handen hebben om ongewenste aansnijding van woonreservegebieden te vermijden. Tegelijk krijgen gemeenten die goed gelegen woongebied wensen aan te snijden decretale mogelijkheden om dit op een verantwoorde manier aan te pakken.
Het decreet bepaalt ook dat - als er tegen 2040 geen RUP opgemaakt is of een vrijgavebesluit is genomen - de Vlaamse overheid een GRUP zal opmaken voor deze woonreservegebieden zodat de planschaderegeling in werking treedt voor de eigenaars. Gemeenten kunnen uiteraard voor die datum zelf een RUP opmaken om het gebied te herbestemmen of een vrijgavebesluit maken.
N-VA-fractieleider Wilfried Vandaele: “Met de regels die we vandaag goedkeuren, willen we verharding beperken, open ruimte vrijwaren en dus meer rekening houden met klimaatproblematiek in het ruimtelijke beleid in Vlaanderen. Wijzigen van bestemmingen brengt mee dat eigenaars billijk vergoed moeten worden. Nu verfijnen we de instrumenten om dat te doen, door bijvoorbeeld een correctere planschade in te voeren. Tegelijk zorgen we ervoor dat “woonreservegebieden” niet zomaar nog aangesneden kunnen worden. Het is daarbij de bedoeling dat slecht gelegen woonreservegebieden niet meer bebouwd worde. Bijvoorbeeld als ze waterziek zijn, niet aan een uitgeruste weg liggen, enzovoort.”