“Het is moeilijk, ik wil ook niet te veel reclame maken.” Linde Ergo moet zich soms inhouden. De kunstenares is van Gent, ze heeft lang in New York gewoond, maar nu is het al twintig jaar De Haan en het zal De Haan blijven. “Ik ga hier nooit meer weg. Ik kan eigenlijk niets negatiefs verzinnen hier.”
Het is met de ogen knipperen als je de politieserie Juliet ziet op VRT1 op zondagavond. Zijn er echt nog zulke mooie, dromerige plaatsjes aan onze kust? Ja, dus. De Haan is een en al charme, historie en schoonheid. En zó bekend is het nu ook weer niet. Een onontdekte parel. “Goh, zó verborgen zou ik deze parel nu niet noemen”, zegt Wilfried Vandaele (N-VA), de burgemeester van De Haan. “Maar het klopt dat wij minder te koop lopen met onze kwaliteiten dan sommige andere gemeenten, die misschien minder kwaliteit hebben.”
De Haan heeft de makers niet betaald om in beeld te komen. “Maar we waren wel al langer vragende partij om hier eens een hele reeks te laten draaien”, zegt Vandaele. Westtoer, het toeristische bedrijf van West-Vlaanderen, betaalde wel. 25.000 euro om precies te zijn. Peanuts, als je bedenkt dat de reeks - die ook voor de Duitse zender ZDF gemaakt werd - in Duitsland al vier miljoen kijkers trok, die allemaal vielen voor “ der wunderschönen Küstenstadt De Haan ”, zoals het in de perstekst daar omschreven werd.
Kromme baantjes
Maar wat maakt de Küstenstadt nu zo wunderschön ? “Alles is hier intact gebleven zoals het vroeger was”, zegt Herman Van Rompuy. De oud-premier, de voormalige Europese president en het CD&V-boegbeeld is één van de twee ereburgers van De Haan - zangeres Marva is de andere. Hij zag voor het eerst de zee in De Haan, in 1956 om precies te zijn. En hij vormde er regeringen, in 2008 om precies te zijn. “In het bescheiden vakantiehuisje dat ik toen had in een villapark. Ik weet nog dat Joëlle Milquet en Didier Reynders klaagden dat het er veel te klein was”, zegt hij. Sindsdien heeft Van Rompuy er een groter buitenverblijf, in de Concessie. “Ik kom er helaas niet zo vaak.”
Die “Concessie” is eigenlijk de grootste reden waarom De Haan anders is dan alle andere kustgemeenten. Pakweg 300 jaar geleden bestond De Haan niet of nauwelijks, het was een open hoop zand met hier en daar een hutje, tussen de zee en de polderdorpjes Vlissegem en Klemskerke. Toen de kusttram werd aangelegd en Oostende en Blankenberge zich toeristisch begonnen te ontwikkelen aan het eind van de negentiende eeuw, had koning Leopold II het plan om in de duinen daartussen een idyllisch park aan te leggen. De Belgische staat gaf twee architecten een lap van 50 hectare in erfpacht voor negentig jaar, in “concessie” dus. Ze moesten er een villawijk bouwen die z'n gelijke niet kende. De voorschriften waren strikt: een centrale, cirkelvormige aanleg en daarrond allemaal kruisende slingerwegen, die het reliëf van de duinen volgen. Die kronkelende laantjes moesten “de rust bevorderen, en uitnodigen tot wandelen”. Dat stratenpatroon is er in de Concessie nog altijd.
De Concessie werd in de jaren nadien nog uitgebreid en ook Joseph Stübben mocht van de koning zijn zeg doen. Die architect-urbanist had al in Berlijn, Keulen, Bilbao en ook in Knokke-Zoute gewerkt. Zijn principes voor een mooie kuststad: geen hoogbouw - omdat hoge blokken het zicht richting duinen en polders verhinderen -, huizen in Normandische cottagestijl én zo veel mogelijk bos en groen, als bescherming tegen de wind. Van de bouwgronden mocht maar één zesde bebouwd worden.
“Dat hebben ze hier al die tijd volgehouden”, zegt Van Rompuy. “Je ziet hier geen hoogbouw, ook niet op de dijk. Die is hier ook maar een paar honderd meter breed.”
In de zomer stroomt die dijk wel vol. “Natuurlijk is het hier dan ook druk, zoals overal aan de kust”, zegt kunstenares Linde Ergo. Veel toeristen stoppen dan voor foto's aan het bronzen beeld op de dijk dat zij zelf maakte: een vrouw die het woord 'Amour' schrijft in de lucht. “In juli en augustus hoor je hier het gegier van kinderen, de gocarts op de dijk. Maar in de winter valt het hier stil.”
Het is ook in die stille periode dat de opnames van Juliet gemaakt werden, eind 2022. “De Haan is zo tof. We waren er echt in het off season ”, zegt Charlotte De Bruyne, die rechercheur Juliet Dumon speelt in de reeks. “Het was desolaat toen. Dan heeft het iets melancholisch hier, wat ik wel fijn vond.”
Wilde plannen
Strenge richtlijnen allemaal goed en wel, maar je moet ze natuurlijk handhaven. Toen de negentigjarige concessie van in de tijd van koning Leopold II eind jaren 70 afliep, waren er ook in De Haan wilde plannen. “Een paar pittoreske villa's waren al gesloopt, en er waren plannen voor nog meer appartementsblokken”, zegt burgemeester Vandaele. “Er is toen een actiegroep ontstaan voor het behoud van het bouwkundig erfgoed hier, vooral dan de Concessie. Dat waren mijn eerste jaren in de politiek.”
“Ze zijn gestopt toen het vijf voor twaalf was”, zegt Linde Ergo. “Godzijdank.”
De hele Concessie werd beschermd als dorpsgezicht. BPA's met regels over hoeveel er gebouwd mag worden op een perceel, werden herbevestigd. Vandaele moet veel nee zeggen tegen bouwpromotoren. “Je moet als gemeente heel oplettend blijven. Of er gebeuren dingen die je niet wilt.”
Je hebt de dijk, de villa's en straatjes, en daar komt dan nog een 157 hectare groot duinenbos bij dat tegen De Haan aangeschurkt ligt. Ook dat dateert al van het einde van de negentiende eeuw: het moest een groot wandelpark worden, en er werden dennen geplant om te vermijden dat het zand van de duinen te veel zou wegstuiven. Pieter Jan Gezelle, vader van Guido, was een van de boomplanters. Ook dat bos is nooit volgebouwd. “Het duinendecreet beschermt dat nu goed”, zegt Vandaele.
Het groen en de kronkelende straatjes werken al een eeuw als een magneet. Kuifje-tekenaar Hergé bracht hier heel veel tijd door. Toen hij in de jaren 50 in een huwelijkscrisis zat, besloot hij met zijn vrouw Germaine terug te keren naar De Haan, waar ze al zo vaak naartoe waren gegaan. “Het was aangenaam deze badstad terug te vinden”, schrijft Germaine in haar dagboek.
En wellicht is Hergé twintig jaar eerder, toen hij vaak in het hotel Joli Bois logeerde, Albert Einstein gekruist in de kronkelende laantjes van De Haan. Einstein is de bekendste inwoner van De Haan, hij verbleef er zes maanden van zijn leven, van april tot september 1933. Hij kwam terug van de Verenigde Staten en was op terugreis richting Duitsland, maar toen hij hoorde dat de nazi's zijn bezittingen hadden ingepalmd, besloot hij hier te blijven. Einstein ging al eens viool spelen in de plaatselijke hotels. Zijn standbeeld staat er nog altijd.
Duitse fascinatie
Buitenlandse aantrek heeft De Haan altijd gehad, vooral van de Duitsers. Zestien procent van de overnachtingen in De Haan (252.000 van de 1,5 miljoen) zijn van Duitsers, daarmee staan ze op de tweede plaats, na de Belgen. Vanwaar de Duitse fascinatie precies komt, is niet geheel duidelijk. Onze kust is de kortste weg richting zee voor grote delen van Duitsland, dat wel. En Duitse toeristen waren kort na de Tweede Wereldoorlog meteen welkom in De Haan. Het zorgt er wel voor dat veel fraaie huizen zijn opgekocht door Duitsers. De gemeente heeft meer tweede verblijven (7.000) dan vaste woningen (6.500), al zit die verhouding in andere kustgemeenten nog schever. De hoge huizenprijzen doen de bevolking vergrijzen: vind als jonge gast maar eens een stek in de pracht van De Haan.
“Die vergrijzing zie je overal aan de kust, omdat heel wat mensen hier komen wonen na hun actieve loopbaan”, zegt Vandaele. “Dat gaat een serie als Juliet natuurlijk niet tegenhouden. We doen wel andere dingen om jonge mensen mogelijkheden te bieden om hier te wonen: we verhinderen dat er overal appartementen worden gezet waar er eengezinswoningen staan. En in alle verkavelingen verplichten we ook dat mensen daar écht wonen en gedomicilieerd zijn.”
Bron: Het Nieuwsblad, 16 maart 2024 (Bijlage NU)